Het is vandaag vaderdag. Ik vind het een bijzondere dag. Waarom? Gewoon, omdat we met z’n allen een gezellige dag beleven met spijs, drank en spelletjes. We zijn nu eenmaal een spelletjesfamilie. En veel lachen natuurlijk. We hebben het geluk dat we redenen hebben om te lachen. Dat geldt helaas niet voor iedereen.
Deze week is het rapport Kansrijk armoedebeleid van het Centraal Planbureau en het Sociaal Cultureel Planbureau verschenen over kinderarmoede. Het is verdrietig te moeten constateren dat in een rijk land als het onze zoveel kinderen (8,1%) in armoede opgroeien en op alle fronten achterstanden oplopen. En die halen ze nooit meer in.
En wat doen de Tweede Kamerleden in Den Haag? Die zijn – zo lees ik in een deze week verschenen ongevraagd advies van de Raad van State – steeds meer bezig met het bedrijven van incidentenpolitiek, het onderuithalen van bewindspersonen, met bovenmenselijke inspanningen om moties in te dienen en vragen te stellen.
En wat doen bewindspersonen in Den Haag? Rutte, De Jonge, Kaag bereiden zich voor om voor hun partij lijsttrekker te worden voor de Tweede Kamerverkiezingen, terwijl ze de ambitie helemaal niet hebben om in de Tweede Kamer willen gaan zitten; ze willen weer minister worden, bij voorkeur minister-president.
En wat doet verantwoordelijk staatssecretaris Tamara van Ark? Niets. Nou ja, ze gaat verhuizen binnen het ministerie van Sociale Zaken, Werkgelegenheid en Sport, omdat ze Martin van Rijn gaat opvolgen. Die moet weg, omdat hij van de verkeerde partij is en dat kan natuurlijk niet in de systeemwereld.
En wie gaat in de leefwereld het structurele maatschappelijke probleem van de kinderarmoede dan oppakken? Niemand.
Komt er dan werkelijk geen Tweede Kamerlid op de gedachte dat hij of zij volksvertegenwoordiger is en dús de verantwoordelijkheid heeft om dit schrijnende vraagstuk aan te pakken?
Heeft dan niemand van hen de tegenwoordigheid van geest om als de sodemieter een parlementaire themacommissie samen te stellen die een opdracht formuleert om een proces van buiten naar binnen en van onderop te starten om de problematiek van kinderarmoede binnen nu en vijf jaar uit Nederland te bannen?
Ik ben bang van niet.
Let op, in de verkiezingsprogramma’s zullen alle partijen aandacht aan kinderarmoede besteden. Maar dat is niet genoeg. De Tweede Kamer moet het probleem aan zich houden en niet aan de regering overlaten en voor de aanpak is een stevig proces zoals de Methode Samenlevingsbeleid nodig.
Dan kan er over vijf jaar door meer kinderen worden gelachen.
Peter Hovens
Coöperatie SamenWereld