Naar aanleiding van de eerste achterflaptekst van mijn boek kreeg ik een reactie van Peter die vond dat ik sterker moest benadrukken dat burgers boos zijn, zeer boos.
Ik heb die suggestie overgenomen in de tweede versie, waarop Berry voorstelde om ‘boosheid’ te vervangen door ‘minachting’.
Dit laatste begrip is heftiger. Immers, mensen die boos zijn hebben nog de hoop dat hun boosheid leidt tot verandering. Mensen die de politiek minachten hebben die hoop allang achter zich gelaten.
Dat vind ik erg pijnlijk. In mijn bericht van vorige week heb ik mijn ambitie al verwoord dat in een ideale samenleving iedereen lid is van een politieke partij. Hoe moet dat dan? Hoe kunnen we de kloof overbruggen?
Het SCP berichtte enkele weken geleden al dat de objectieve en subjectieve kwaliteit van het leven van Nederlanders hoog is, maar dat er grote hardnekkige verschillen tussen bevolkingsgroepen blijven bestaan (De Sociale Staat van Nederland 2019). Dat helpt dan denk ik ook niet echt om de kloof te dichten.
In de deze week verschenen editie van Demos is een artikel gepubliceerd met de titel ‘Rotterdam: van tweedeling naar meerdeling’. Sociale groepen worden daarin geclassificeerd naar niet alleen economische kapitaal (tweedeling), maar ook naar sociaal en cultureel kapitaal. Sociaal kapitaal heeft te maken met hebben van een netwerk (familie en vrienden) en cultureel kapitaal heeft betrekking op opleidingsniveau en culturele participatie.
Op deze manier ontstaan zes sociale groepen. Zie onderstaande tabel.
Bron: Demos, jrg. 35, nr. 8, September 2019
Ik vind het de moeite waard om vanuit deze classificatie naar maatschappelijke vraagstukken te kijken. Ik heb de schrijvers van dit artikel gevraagd of er ook inzicht bestaat in de relatie tussen deze sociale groepen en politieke participatie. Ik ben benieuwd naar hun reactie.
Ik kan me voorstellen dat mensen die behoren tot de sociale groep ‘precariaat’ (samentrekking van ‘precair’ en ‘proletariaat’) zich niet verbonden voelen met wie dan ook, laat staan met de politiek.
Maar dan komt de vraag bij me boven. Wie is er verantwoordelijk voor de positie waarin deze mensen verkeren? Zijn ze dat zelf, is dat de samenleving of is dat de politiek? Of misschien zoiets als pech?
Als je alles op het bordje van de politiek en de overheid legt maak je de kloof kunstmatig groot. De samenleving zou mijns inziens wat meer verantwoordelijkheid kunnen nemen om mensen die in een verdomhoekje zitten een steuntje in de rug te geven. Ik denk dat dit enorm helpt om de kloof te dichten.
Ben je dat met me eens? Heb je ideeën over hoe we dat praktisch vorm kunnen geven?
Ik hoor het graag.
Peter Hovens
Coöperatie SamenWereld